Mama knows best!

“Dus eerst wilde hij er niet in, en daarna wilde hij er niet uit,” zei de kinderverpleegkundige tijdens ons eerste gesprek op het consultatiebureau. Met die zin vatte ze mijn reis van kinderwens naar de baby in mijn armen snel samen. Een kindje krijgen ging voor ons niet vanzelf. Dus toen ik eenmaal durfde te gaan geloven dat ik echt een kindje zou krijgen, wist ik al snel dat ik vaginaal wilde bevallen, op de baarkruk of in bad, zonder pijnstilling en in het Geboortehotel. Ik zag het al helemaal voor me. Ik was er klaar voor!

Mijn verloskundige bleef erop hameren dat eerste kindjes áltijd te laat komen. Dus toen 6 dagen voor mijn uitgerekende datum ’s nachts mijn vliezen braken, was ik wel een beetje verrast. Ik bleef die dag rustig in bed Netflixen in de hoop dat de weeën op gang zouden komen. Helaas moest mijn verloskundige me die avond aanmelden bij het ziekenhuis. Daar zou ik bevallen.

Midden in de nacht werd ik thuis wakker van de weeën. Al snel werden ze flink hevig. In de stilte van de nacht begon ik ze te timen en tegen de tijd dat het ochtend was, kwamen ze regelmatig. In de loop van de ochtend mochten we naar het ziekenhuis komen.

Eenmaal daar checkten ze mijn ontsluiting. Veel te weinig nog. De weeën waren tijdens de taxirit iets afgenomen in frequentie, maar ze waren niet minder heftig. Iedere wee ging ik uit bed om hem op te vangen. En zo begonnen de uurtjes te tellen. Nauwelijks ontsluiting, wel flinke weeën.

Het team besloot mijn weeën te gaan meten Maar omdat ik alleenstaand een wee op kon vangen, bleef de meetband niet goed zitten. Om te relaxen ging ik onder de douche en dacht na over hoe de bevalling eruit zou kunnen zien. Ik praatte met Niels over hoe het ging en hoe rot ik me voelde dat de ontsluiting niet meer werd.

Na de eerste douche opperde de arts dat ik misschien aan de wee-opwekkers moest om de weeën te versterken. Uit de meting bleek dat ze onvoldoende waren. Mijn lijf vertelde me iets heel anders. Ik kon nauwelijks nog staan van vermoeidheid. Zittend op bed en leunend op de monitor viel ik bijna uit bed tijdens een wee. Ik was uitgeput. Maar ik geloofde de artsen op hun woord.

Ik ging weer onder de douche als afleiding voor de pijn. Samen overleggen we over hoe nu verder. Met wee-opwekkers betekende het dat ik een infuus zou krijgen. Mijn grootste nachtmerrie. Tegelijk zou de pijn dan nog verder toenemen. Inmiddels zag ik ook wel dat ik zonder ontsluiting toeging naar een keizersnede. Alles wat ik niet wilde werd werkelijkheid en ik had het idee dat ik er geen enkele invloed op had. 

Onder de douche spoelden al mijn bezwaren weg: ik ging akkoord met de wee-opwekkers, vroeg om een ruggenprik en vroeg hoe dat zat met een keizersnede. Nou, dat laatste daar wilden ze niks van weten. Eerst die weeën maar eens verbeteren.

Omdat de ruggenprik  niet goed zat, bleef ik aan een kant van mijn lijf bleef ik alles voelen. Inclusief de toename van de weeën. Het team bleef van alles proberen, zonder resultaat. Zo gingen de uren voorbij. Nog steeds nauwelijks ontsluiting. Ik moest het nog maar even proberen vol te houden van de arts. Terwijl ik diep van binnen wel wist dat een vaginale bevalling niet zou lukken. 

In de vroege ochtend werd ik na een hazenslaapje van 15 minuten weer wakker van de pijn. Ik riep de verpleegkundige: “Ik wil nu een arts zien,” zei ik. Even later kwam ze terug: de arts komt over drie kwartier.

Ik zei: Nee, haal haar NU maar.

In plaats van de arts kwam de verloskundige die me een dag daarvoor had gezien bij mijn opname. Daar ben ik nog altijd dankbaar voor. Ze checkte mijn ontsluiting en vertelde dat het nauwelijks beter was dan de avond ervoor. Ze zei: ik ga nu een keizersnede voor je regelen. 

Ik was zo opgelucht en kon niet wachten tot ik naar de OK kon. Daar stond een topteam voor me klaar met een geweldige internist die me echt door de keizersnede heen heeft geloodst. Ik durfde niet te kijken, maar mijn man heeft alles gezien.

Het eerste wat ik hoorde was een enorme huil. Hij was er! Ze legden hem bij me neer. Mijn reus van een baby. Ik was zo uitgeput dat ik hem niet veilig kon vasthouden. Hij gleed iedere keer uit mijn handen. Dat vond ik zó erg. Ik zei: “Geef hem maar aan Niels, die kan wel voor hem zorgen.”

Mijn hele zwangerschap ben ik blijven vragen of mijn kindje niet toevallig heel groot was. Ik voelde het gewoon. Iets wat ik al lang wist, werd gemist door alle professionals die mij tijdens mijn zwangerschap hadden gezien. Om met de woorden van mijn verloskundige te spreken: “Het had nooit gepast!” Hadden we dit vooraf geweten, dan was mijn ervaring van deze bevalling echt heel anders geweest.

Die woorden van de kinderverpleegkundige hebben daarom wel iets aangeraakt. Ze bevestigden mijn overtuiging dat ik door mijn keizersnede nooit echt ben bevallen. Dat ik niet goed genoeg was om zelfs dát stukje van een kindje krijgen zelf te doen. Dat ik ook daarin gefaald heb.
Zelfs nu 2,5 jaar later, komen haar worden soms omhoog. Pas in gesprek met Sanya van de Keizersnede Club ontdekte ik dat je een keizersnede ook gewoon kunt zien als een hulpmiddel tijdens je bevalling. Dat idee wil ik graag vasthouden!


Vorige
Vorige

Optimaal genieten was lastig

Volgende
Volgende

Na een poliklinische bevalling en een thuisbevalling, een keizersnede.